Vandaag werd bekend dat de twee CEO’s van RIM, de maker van de BlackBerry, aftreden. Ze blijven wel lid van de raad van bestuur. Ze worden opgevolgd door operationeel directeur Heins, die al sinds 2007 bij het bedrijf werkt. Verbazend genoeg heeft Heins inmiddels gezegd dat er geen drastische veranderingen nodig zijn om het bedrijf weer op de rails te krijgen.

Daar vergist hij zich flink in, ben ik bang. Want dat er iets moest gebeuren, is duidelijk. RIM is namelijk een prachtig voorbeeld van een bedrijf met een geweldig idee, wat ze ook een enorme groei heeft opgeleverd, dat vervolgens niet in staat blijkt mee te veranderen met de wensen vanuit de markt. De rest van de industrie deed dat wel.

In de recente historie kwam BlackBerry regelmatig negatief in het nieuws. Afgelopen zomer schrapte RIM 2000 banen. In de herfst was er een grote storing, waardoor ook de afhankelijkheid van het eigen BlackBerry-netwerk werd blootgelegd. (Zie ook mijn item in NOS journaal). Ook de tablet van RIM, de Playbook, is geflopt hetgeen ze veel geld heeft gekost. En tot overmaat van ramp worden de nieuwe toestellen, met het nieuwe besturingssysteem BlackBerry 10, niet begin maar pas eind van dit jaar verwacht. Een vertraging die als een eeuwigheid zal voelen in deze markt.

Een markt waarin (bijna) alle sterke eigenschappen waar de BlackBerry groot mee is geworden –  denk aan push email, complete wireless sync met mail-agenda-contacts, goed te beheren door de ICT-afdeling en later gratis berichten uitwisselen met de BB Messenger (pingen) – ingehaald of tenminste geëvenaard zijn door de andere grote spelers.

De BlackBerry was eigenlijk de eerste smart phone, maar wordt nu hard ingehaald door de smartphone. Het marktaandeel van RIM is in 5 jaar gedaald van 37% naar 10%. Een periode waarin iOS van Apple en Android van Google groeiden van 0% naar respectievelijk 29% en 53%. Dat komt RIM niet meer te boven.

Ondertussen zijn er nog wel zo’n 75 miljoen BlackBerry gebruikers (RIM noemt ze subscribers) en die zijn wellicht toch wel wat waard. De vraag is hoeveel en voor wie.

Ik praatte erover op Radio 1.

 


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *